De gouden standaard nader bekeken
Aan het einde van de 18e eeuw werd de gouden standaard (ook wel de goudstandaard genoemd) voor het eerst ingevoerd. Dit houdt in dat de waarde van geld toentertijd gelijk werd gesteld aan de waarde van een vast gewicht aan goud. In het verleden bepaalde goud dus de waarde van geld. Dit alternatieve geldstelsel werd gezien als dé oplossing voor de enorme inflatie die toen heerste. Ten tijde van de Grote Depressie in de jaren dertig waren velen echter van mening dat het geldstelsel de problemen verergerde. Hierop werd de koppeling met goud losgelaten. Hoewel geen enkel land momenteel nog vasthoudt aan de gouden standaard, zijn er nog wel veel aanhangers van het concept.
Evolutie van het geldstelsel
Goud heeft altijd al een zeer belangrijke economische rol gespeeld in onze samenleving. Zo gebruikten de oude Egyptenaren het vroeger al als betaalmiddel. Hoewel men dit in de loop der jaren aanhield, vonden velen het niet praktisch. Dit leidde uiteindelijk tot de introductie van banken en bankbiljetten. Consumenten konden voortaan naar de banken toe om hun goud veilig op te bergen en in ruil daarvoor kregen zij een bankbiljet dat dan diende als garantiebewijs. Simpelweg betekende dit dus dat de houder van het biljet op elk moment de bank kon binnenlopen en het kon inwisselen voor goud. Het bewijs hiervan is te vinden op oude Amerikaanse bankbiljetten, waar onderaan wordt weergegeven dat deze zijn in te wisselen voor goud. In de jaren die daarna volgden verving het bankbiljet langzaam het gebruik van goud als betaalmiddel. Hiermee werd dus langzaam overgestapt naar de “papieren standaard” zoals wij die nu kennen.
Voor- en nadelen van een gouden standaard
De gouden standaard kent veel voordelen. Ten eerste is het, zoals eerder gezegd, een middel tegen inflatie. Goud zou namelijk niet snel ontwaarden en het kopen van goud dus automatisch tot stabiliteit leiden. Daarnaast worden overheden gedwongen om een verantwoord economisch beleid te voeren doordat zij niet langer massaal geld kunnen drukken om schulden te financieren. Bovendien krijgen de burgers meer vrijheid doordat geld altijd in te wisselen is voor goud. In dit laatste voordeel schuilt echter een groot gevaar. De banken en overheden hun rekeningen in goud moesten betalen kwamen namelijk enorm in de problemen wanneer er een tekort ontstond. Een daling in goud stond immers gelijk aan een vermindering van de geldhoeveelheid, wat leidt tot deflatie.
Terug naar de gouden standaard?
Hoewel de gouden standaard inmiddels al meer dan 80 jaar geleden is afgeschaft, kent het wereldwijd nog altijd veel voorstanders. Deze aanhangers worden ook wel “gold bugs” genoemd. Het meest recente voorbeeld is Zwitserland. Daar werd namelijk op 30 november 2014 een referendum gehouden over een toename van de nationale goudvoorraden. Het idee hierachter was om het vertrouwen in de Zwitserse Frank te herstellen. Binnen de kortste keren werden de 100.000 handtekeningen opgehaald die nodig waren voor het starten van dit burgerinitiatief. Uiteindelijk werd besloten dat de centrale bank van het land niet hoefde te voldoen aan het voorstel om minstens 20 procent van de reserves in goudstaven te bewaren. In het verleden zijn er ook al vergelijkbare pogingen ondernomen om terug te keren naar de gouden standaard, hoewel deze nooit succesvol waren. Zo was de gouden standaard jaren geleden onderdeel van de Republikeinse verkiezingscampagne in de Verenigde Staten. Daarnaast deden de Maleisische gold bugs ook tevergeefs een poging; het voorstel om een moderne gouden Dinar en zilveren Dirham te introduceren als wettig betaalmiddel in de islamitische wereld sloeg niet aan.
NB: Dit artikel is ter informatie. Aan de inhoud van deze tekst kunnen geen rechten worden ontleend.